15 januari 2023 by Martijn Stronks
Romantiek in tijden van overregulering
De Groene Amsterdammer, Dichters en Denkers – tekst op website De Groene
In Onbeschikbaarheid verzet de Duitse socioloog Hartmut Rosa zich tegen de technologische rationaliteit van de huidige tijd. Moeten we onbeschikbaarheid niet juist aanvaarden als een van de belangrijkste aspecten van het leven?
Op 30 juli 1966 scoorde de Engelsman Geoff Hurst een doelpunt waar de voetballiefhebber het nog altijd graag over heeft. Hoewel hij een hattrick maakte die wedstrijd, is slechts één van die drie doelpunten bijna zestig jaar na dato nog altijd onderwerp van gesprek. Het was de finale van het wereldkampioenschap, Engeland speelde tegen Duitsland, de reguliere speeltijd was voorbij en het stond 2-2. Aan de rechterkant van het veld rukte een Engelse speler op met de bal, hij had een rood katoenen T-shirt aan met lange mouwen, zonder shirtsponsoring. De leren, bruine bal hobbelde naar voren en de buitenspeler gaf een voorzet aan de spits, eigenlijk net iets te ver achter hem.
Hurst nam de bal handig in de draai aan, en schoot. De bal vloog als een raket van zijn voet omhoog, om hard via de lat naar beneden te ketsen, hij stuiterde op de grond en vloog het veld weer in, waarna een Duitser hem ternauwernood over het doel kopte. De Engelsen juichten, de Duitsers protesteerden, was het nu een goal of niet?
De rechttoe rechtaan kleurenbeelden van het doelpunt zijn terug te zien op internet. In die tijd werd de tv-registratie van zo’n wedstrijd nog met slechts enkele camera’s gedaan. Van het doelpunt is een opname beschikbaar uit één hoek en vandaar is het vrijwel onmogelijk om te zien of de bal over de lijn is of niet, al lijkt het dat hij de lijn nog raakt. De scheidsrechter blijkt het ook niet goed te hebben gezien en raadpleegt de grensrechter, die is evenwel beslist, bal over de lijn, doelpunt, Engeland komt op 3-2 en zal de finale uiteindelijk winnen.
Als mensen het over dat kampioenschap hebben, gaat het altijd over het doelpunt van Hurst. Een beetje zoals het WK van 1986 altijd zal gaan over hoe Maradona in de halve finale met zijn hand de bal over de Engelse keeper tikte om te scoren. Deze verhalen zijn onderdeel van de voetbalgeschiedenis, van de mythevorming, maar met de Duitse socioloog Hartmut Rosa (1965) zouden we kunnen zeggen dat ze naar een fundamenteler punt wijzen, naar niets minder dan een elementair aspect van de moderne menselijke conditie.
Het voetbalspel, zo moet u weten, is de laatste jaren indringend van karakter veranderd, niet alleen is het spel een vrijplaats voor het mondiale kapitalisme, waar het WK in Qatar het meest recente sinistere voorbeeld van is, ook is technologie een steeds grotere rol gaan spelen in het spel. Lang verhaal kort: ophef over zo’n doelpunt als dat van Hurst is verleden tijd sinds de intreding van de doellijntechnologie. Over buitenspel, harde overtredingen en penalty’s wordt tegenwoordig beslist door meerdere scheidsrechters in een regiekamer die de beschikking hebben over een tiental cameraposities, herhalingen en andere technologische vernuftigheden.
Die verandering, van een ongewis spel, overgeleverd aan toevalligheden, interpretaties en onzekerheden, naar een spel waarin zichtbaarheid, toegankelijkheid, beheersbaarheid en bruikbaarheid het hoogste doel zijn, daar gaat Rosa’s onlangs in het Nederlands vertaalde boek Onbeschikbaarheidover. De centrale stelling van dat boek is dat ‘een volledig beschikbaar gemaakte wereld een wereld zou zijn die voor ons “dood” is, waarmee we niet langer een levende relatie kunnen aangaan, en waarin we onszelf bevriezen in een soort collectieve “burn-out”, terwijl we onszelf kapotlopen in een soort tredmolen’.
Het boek gaat dus helemaal niet over voetbal, ik gebruik het alleen als voorbeeld om Rosa’s punt te illustreren. Al noemt Rosa voetbal zelf ook in zijn boek: ‘Neem een massaverschijnsel als voetbal. Waarom gaan mensen naar het stadion? “Omdat ze niet weten hoe het afloopt”, zou Sepp Herberger, de West-Duitse bondscoach van 1954, ooit hebben gegrapt. Tegenover de veelgehoorde klacht dat het in het voetbal enkel om geld draait, staat dat het spel juist zo aantrekkelijk is omdat overwinningen en nederlagen niet kunnen worden afgedwongen of gekocht, omdat we er niet over beschikken.’ Voetbal is dus een goed voorbeeld om zijn theorie over ‘onbeschikbaarheid’ te illustreren. Rosa verstaat de kunst om bekende fenomenen en problemen in een nieuw daglicht te stellen.
Rosa is een veelgevraagde, drukbezette en invloedrijke Duitse socioloog. Wie hem een mail stuurt krijgt een fraai geformuleerd automatisch antwoord waarin staat dat hij niet op korte termijn zal kunnen reageren en dat als de mail een spreek- of schrijfverzoek betreft, het goed is om te weten dat hij het komend half jaar al bezet is. Om dan het bericht te beëindigen met het excuus dat alles wat van waarde is in zijn leven reeds lange tijd onder een enorme versnellingsdruk staat. Dat laatste is een grapje, een verwijzing naar zijn werk over resonantie en de voortdurende versnelling van het leven in de moderniteit.
Rosa werd bekend met zijn boek Beschleunigung: Die Veränderung der Zeitstrukturen in der Moderne uit 2005, dat nog niet in het Nederlands is vertaald, maar wel in het Engels. Hierin betoogt hij dat de moderniteit wordt gekenmerkt door een proces van voortdurende versnelling – technologische, sociale en individuele versnelling – met als gevolg dat iedereen steeds minder tijd heeft. Tijdgebrek, haast, onrust, burn-out en depressie zijn typisch voor de moderne samenleving, aldus Rosa. Terwijl de moderniteit ons belooft dat achter elke technologische vernieuwing meer vrijheid ligt, meer tijd om te doen wat we willen. Neem het voorbeeld van de brief, vroeger kwam de post een paar keer per dag en duurde het een tijdje voordat een brief was bezorgd. De uitvinding van de mail versnelde dit proces drastisch, plots konden mensen over de gehele wereld onmiddellijk na verzending het bericht lezen. In plaats van dat we nu tijd overhouden, sturen en ontvangen we nu echter tientallen brieven per dag, maar dan dus elektronisch. Dit proces van versnelling geldt volgens Rosa voor de gehele samenleving, telkens moeten we sneller en productiever zijn, niet om vooruit te komen, maar om op dezelfde plek te blijven staan. ‘Dynamische stabilisatie’ noemt hij dat, of een situatie van ‘razende stilstand’.
Telkens proberen we in dit proces de wereld verder beheersbaarder te maken, zo meent Rosa. Laat ik dat illustreren aan de hand van nog een voorbeeld. Onderdeel van mijn opleiding als promovendus aan de universiteit was een verplichte cursus ‘tijdsmanagement’. In die cursus werd ik als jonge promovendus voorbereid op de gevaren van het academische bestaan: hoe nu het proces van dataverzameling, van onderzoek, analyse en creativiteit, in een efficiënt keurslijf te duwen en te zorgen dat het tot duidelijke, transparante en bruikbare resultaten leidde in de toebedeelde vier jaar. Het ging om goede planning natuurlijk, net als om prioriteiten stellen, alleen die dingen die je zou moeten overdragen als je onverhoopt plots ziek werd, waren echt van belang, de rest kon ook later wel. En, zo werd ons voorgehouden, probeer je privéleven efficiënter in te richten, dan houd je meer tijd en rust over. Beloon jezelf met hulp in de huishouding, regel een vaste oppas voor je kinderen en tegenwoordig zou de cursusleidster daar ongetwijfeld aan toevoegen: waarom zelf boodschappen doen als je deze ook gewoon thuis kunt laten bezorgen?
Het is de eigenzinnigheid van het muziekstuk die het mogelijk maakt om daarmee een betekenisvolle relatie aan te gaan
Rosa zou zo’n cursus hoofdschuddend aanzien, zulke zelfhulpadviezen leiden immers zelden tot meer rust, vertraging en bezinning, maar juist tot versnelling. Meer werk wordt in de vrijgekomen tijd gestopt, ziedaar de razend stilstaande moderne mens, die ondertussen ieder moment kan omvallen door hoogspanning.
Maar niet getreurd, Rosa’s Resonanz: Eine Soziologie der Weltbeziehung, begint zo: ‘Als versnelling het probleem is, dan is resonantie wellicht de oplossing’. Het aardige van Rosa’s werk is dat het een samenhangend geheel vormt, hij ontvouwt over verschillende boeken een grote visie op de moderniteit en haar gebreken. Bovendien doet hij niet alleen aan probleemanalyse, maar put hij zich ook uit in het zoeken van oplossingsrichtingen voor de breed gedeelde gevoelens van onmacht en onvrede met het huidige bestel.
Resonantie is zijn oplossing voor het gevoel van vervreemding dat de moderne mens kan ervaren. ‘Vervreemding’, zo schrijft Rosa, ‘verwijst naar een toestand van verhouding zonder verbinding, waarin het subject en de wereld innerlijk los, onverschillig of zelfs vijandig tegenover elkaar staan.’ Resonantie is dan ook in de eerste plaats een relationeel begrip, het gaat om de betekenisvolle verhouding die een mens kan aangaan met anderen, met dingen, met gebeurtenissen, met muziek, met de wereld dus. Je luistert naar muziek en wordt daardoor geraakt of bewogen, je krijgt tranen in je ogen, kippenvel, je reageert er dus op. Dat kan ook als je iemand ontmoet, een landschap ziet en evengoed als je voetbal kijkt. Het gaat in ieder geval telkens om bewogen worden en daar dan op reageren. Het duidelijkst is dit in menselijk contact, als twee mensen met elkaar praten en werkelijk luisteren en reageren, dan is er sprake van een resonantieverhouding. ‘Ogen zijn vensters van de resonantie’, schrijft Rosa. Dat die uitwisseling ons niet onverschillig laat, blijkt daaruit dat wij onze houding ten opzichte van de wereld vervolgens veranderen. Een gebeurtenis of een gesprek ‘kan je tot een ander mens maken’, of gewoon simpelweg je humeur veranderen.
Daarin ligt de vitaliteit van de resonantie-ervaring, na een fijne wandeling, enerverend concert of betekenisvolle ontmoeting voelen we ons levendig of soms zelfs herboren. Wie dat niet meer heeft, wie zich niet laat ontroeren of veranderen, die is blasé of, erger nog, ‘innerlijk dood’. Het lijkt erop dat Rosa daarbij zelf vooral aan klassieke muziek, wandelen en poëzie denkt, maar het lijkt me eerlijk gezegd dat deze ervaring net zo goed mogelijk is bij, laten we zeggen, Formule 1, bokspartij of optreden van Nick en/of Simon. En misschien zelfs bij een Trump-rally?
Het boek Onbeschikbaarheid gaat verder in op deze resonantie-ervaring en dan vooral op hoe we daar toegang toe kunnen krijgen. Punt is namelijk dat zo’n ervaring van resonantie niet eenvoudig kan worden verkregen. Wie bijvoorbeeld een dure safari boekt om ‘the big five’ te zien, heeft daarmee geen garantie dat hij een werkelijk vervullende ervaring krijgt. Sterker nog, de kans is groot dat je na het zien van de buffel, het nijlpaard, de olifant en de leeuw het jachtluipaard nergens kunt bekennen. Dan heb je toch het gevoel dat je bent bedrogen en voel je je dus vooral teleurgesteld. Of je kreeg wel wat je verwachtte, maar je voelde er niets bij, je vinkt het gewoon af op je ‘bucketlist’.
Resonantie, zo stelt Rosa, impliceert semi-beschikbaarheid en verlangen. Wanneer we iets volledig beheersen, dan werkt het niet. Dat geldt bijvoorbeeld voor het lezen van een boek. Wanneer dit zich in volle klaarheid aan de lezer aandient en er niets wordt verhuld, er niets onbegrepen blijft, of er niets is wat provoceert of anderszins een respons oproept, dan resoneert het boek niet. Het is de eigenzinnigheid van het boek, of van het muziekstuk, of van de berg die beklommen moet worden, die het mogelijk maakt om daarmee een betekenisvolle relatie aan te gaan.
Rosa werkt dit nader uit in zijn boek, eerst in abstracte termen, vanaf halverwege het boek aan de hand van zes momenten in de menselijke levensloop en daarna over het menselijk verlangen en instituties zoals het recht. Het is in die laatste hoofdstukken dat het boekt het best werkt (het meest resoneert, zo u wil). Ook zijn abstracte beschouwingen zijn leesbaar en zeer de moeite waard, maar juist daarin is de schrijfstijl soms wat stram, vooral doordat hij wel erg geordend te werk gaat en als een docent voortdurend keurig terugverwijst naar de dimensies die hij eerder in het systeem onderscheidde. Dit is anders in zijn beschouwing over de toepassing van zijn analyse op geboorte, in opvoeding en onderwijs, bij levensplanning in relatie en beroep, digitalisering, ouderdom, de dood, verlangens en het recht. Het is daar dat het boek – in ieder geval bij deze lezer – gevoelens van resonantie opriep, juist ook omdat sommige overwegingen me te ver gingen.
Het prikkelende van zijn benadering is dat Rosa niet zozeer de vraag stelt of bepaalde (technologische) ontwikkelingen, zoals prenataal onderzoek over de kwaliteit van kind of embryo, an sich wenselijk zijn. Hier vind je geen heimelijk verlangen naar het verleden, tegenover de versnelling stelt hij geen vertraging, of een terugdraaien van technologische ontwikkelingen. Hij werpt daarentegen de vraag op of wij resonantiemogelijkheden verliezen door onbeschikbaarheid niet als een van de belangrijkste aspecten van het leven te willen aanvaarden. ‘Als het aan mij en de artsen is om te beslissen of en welke kinderen ik krijg, verandert dat dan niet mijn verhouding tot het leven in het algemeen?’
Terug naar het voetbal. Zo’n discussie als over het mogelijke doelpunt van Hurst zullen we op het aankomende wk niet hebben. Tegenwoordig krijgt de scheidsrechter op zijn horloge direct een bericht waarin uitsluitsel wordt gegeven over de vraag of de bal de lijn heeft gepasseerd of niet. Zo’n doellijnbeslissing is dan ook een nogal eenvoudige binaire kwestie. De bal is over de lijn of niet, daar is geen interpretatieruimte, het is hooguit zaak voldoende camera’s op de juiste positie te zetten. Maar hoe zit dat met buitenspel, overtredingen en handsballen, is een teennagel te ver naar voren buitenspel, is een bal per ongeluk op de arm een overtreding, of een vanuit vier hoeken in slowmotion bekeken botsing een rode kaart?
De belofte van deze technologische toepassing van de regel in het voetbal is er ondertussen een van zuivere rechtvaardigheid. Als we de wereld maar voldoende zichtbaar maken, dan wordt de toepassing van de regels voorspelbaar en controleerbaar en kunnen we deze optimaliseren. Maar daarmee verandert het spel en onze beleving daarvan, niet alleen worden wedstrijden soms minutenlang stilgelegd in afwachting van het herzien van de beelden van een ingewikkelde situatie, vooral ook wordt geregeld een probleem gecreëerd dat er daarvoor eigenlijk niet was. Zoals wanneer niemand de overtreding gezien heeft, niemand protesteert, maar er toch op basis van de technologie een misstand wordt vastgesteld. Bovendien is de discussie na de wedstrijd over de scheidsrechter niet verstomd, integendeel zou ik welhaast zeggen, er wordt alleen maar feller gedebatteerd over de regels en de rol van de scheidsrechters.
Met als groot verschil: iedereen kan nu teleurgesteld zijn, omdat stilletjes een volkomen rechtvaardige toepassing van de regel was beloofd. In de onbeschikbaarheid van de regels van het spel, in de dwaling, het lot, de pech en het toeval, daar ligt een deel van de aantrekkingskracht van ieder spel, en, zegt Rosa, van het leven.
En ja, natuurlijk is Rosa een romanticus, met zijn nadruk op emotie, zijn verzet tegen het vooruitgangsdenken en de koele, technologische rationaliteit, maar deze tijd van overregulering, bureaucratisering en controlezucht vraagt om de romantiek! Dus schaf de cursus tijdsmanegement af en geef mensen in plaats daarvan dit boek van Rosa! En lees dit boek voordat u voetbal gaat kijken, het zal u helpen door de schimmel van de overregulering en vermarkting de schoonheid van het spel te blijven zien.