Het is niet raar dat Turkije de grens met de EU opent

NRC Opinietekst op website NRC
De EU accepteert al jaren dat Turkije wordt overbelast in de opvang van vluchtelingen, schrijven Thomas Spijkerboer en Martijn Stronks.

Volgens de Turkse president Erdogan zijn 18.000 migranten uit Turkije de grens met Europa overgestoken. Hij kondigde aan dat dit aantal nog kon oplopen. „We zullen de grenzen niet sluiten. De Europese Unie moet zijn beloftes nakomen”, aldus Erdogan. Vrijdag riep Turkije de NAVO bijeen en vroeg om concrete steun om in Syrië in te grijpen. Ook toen al dreigde Erdogan de grenzen naar Europa te openen als de EU niet over de brug zou komen. Zo op het eerste gezicht lijkt Turkije hier cynische politiek te bedrijven, maar wie zich even verdiept in deze geschiedenis zal zien dat dit onderdeel is van een groter politiek spel. Dat heeft meerdere spelers en één basisregel: Syrische vluchtelingen fungeren als speelbal. 

Zij worden al geruime tijd aan de grens bij Turkije tegengehouden in zogenoemde ‘veiliger’ gebieden. Dat gezamenlijke Europees-Turkse plan is vastgelegd in de EU-Turkije deal uit 2016. Het klinkt fraai, wie is er immers tegen meer veiligheid? Maar achter deze newspeak gaat een Europees trauma schuil. Terwijl Nederland voorzitter was van de Europese Raad is zorgvuldig aan een constructie gesleuteld die garandeerde dat Europese verantwoordelijkheid zou worden vermeden voor een nieuw Srebrenica. Vandaar geen ‘veilig gebied’ maar een ‘veiliger’ gebied. Ten tweede zijn er geen VN- of Europese troepen die de veilig(er)heid van de bevolking daar garandeert. De aanwezige Turkse militairen beschermen Turkse belangen, geen mensen. 

De ‘veiliger’ gebieden vormden vanaf het begin een risico voor de Syrische bevolking. Immers, er werden honderdduizenden, en inmiddels naar verluidt een miljoen mensen bijeen gebracht, beschikbaar voor wie er ook maar een punt wilde maken – Syrië kan dat met een paar vaten chloorgas, Turkije door de grens te openen, anderen door ziekenhuizen of scholen te bombarderen. 

Het streven naar veiliger gebieden in Syrië impliceert natuurlijk niet dat Turkije ook zijn grenzen naar Syrië zou moeten afsluiten. Toch is dat wel wat Turkije heeft gedaan. En ook dit is medegefinancierd met EU-gelden. Dat een land zijn grenzen sluit om te voorkomen dat vluchtelingen die een buurland ontvluchten internationaalrechtelijke bescherming kunnen inroepen is in strijd met het verbod op refoulement. Weigering aan de grens valt immers onder het begrip refoulement en dat is verboden onder internationaal recht. Dus als Turkije nu overweegt zijn grens te openen voor Syrische vluchtelingen, gaat het zich aan internationaal recht houden wat het – met steun van de EU– sinds 2016 niet gedaan heeft. 

Intussen vangt Turkije per inwoner 20 keer zo veel Syrische vluchtelingen op als de EU. De opvang van vluchtelingen in Syrië en in Turkije wordt chronisch onvoldoende gefinancierd. In het licht van deze geschiedenis is het openen van de grenzen naar Europa te begrijpen. 

Turkije is qua opvang al jaren overbelast, en de EU slaagt er maar niet in om de rekening te betalen. Turkije mag dan juridisch verplicht zijn om Syrische vluchtelingen aan de Turks-Syrische grens asiel te bieden, het is niet verplicht te voorkomen dat deze vluchtelingen richting Europa reizen. Bovendien is de EU twee Europese verplichtingen uit de Turkije-deal niet nagekomen (visumvrijstelling voor Turkije, en versnelde toetredingsonderhandelingen). Erdogan speelt het spel zoals Europa het al jaren doet. Het lot van Syrische vluchtelingen lijkt intussen niemand te deren.