Het bericht haalde enkele internationale kranten, waaronder Le Monde, El Pais en The Telegraph, in Nederland berichtte Trouw erover. Voor wie de berichtgeving over bootvluchtelingen in de Middellandse zee slechts met een schuin oog volgt, zal de zaak het zoveelste geval van gedoe bij de zuidgrens van Europa zijn. De bootvluchtelingen op de Middellandse zee zijn al jaren een doorn in het oog van wie een streng Europese grensbeleid voorstaat. Bootvluchtelingen zijn het meest zichtbare bewijs dat de toestroom van migranten niet goed valt te beheersen. En zulk gebrek aan controle over onze grenzen verdragen wij Europeanen maar bar slecht.
Idee in de lucht
Juist daarom werd op de kop af twee jaar geleden de EU-Turkije deal opgetuigd. Die moest ervoor zorgen dat het aantal bootvluchtelingen drastisch zou afnemen. Of dat ook daadwerkelijk effect heeft gehad, daarover verschillen de meningen (vergelijk bijv. dit rapport van de Europese Commissie en dit artikel van Thomas Spijkerboer). Duidelijk is wel dat de deal sindsdien wordt gezien als het pronkstuk van Europees migratiebeleid. Het is een vorm van Realpolitik waar kennelijk steeds meer politici voor warmlopen. Dat de mensenrechtensituatie voor asielzoekers in Griekenland al jaren bedroevend is en dat het maar de vraag is of Turkije de rechten van asielzoekers beschermt, nemen we maar wat graag voor lief. Als we maar het idee dat we controle over onze buitengrenzen hebben in de lucht kunnen houden.Zodra we het gevoel van controle weer hebben, vergeten we grif dat we in de EU-Turkije ook hadden beloofd meer vluchtelingen her te verdelen in Europa. Tegenover scherpere grenscontrole, zou een hogere opname van vluchtelingen staan. Daar komt in de praktijk echter niets van terecht. ‘Het akkoord is nog steeds niet serieus geïmplementeerd’, zegt Gerald Knaus een van de bedenkers van de deal, daarover deze week teleurgesteld in een artikel in De Groene Amsterdammer.
Gewiekst frame
Cruciaal voor het steeds scherpere Europese grensbeleid is een gewiekst frame dat nu zo is ingeburgerd dat niemand er nog van opkijkt. Een belangrijk uitgangspunt van het beleid is namelijk om het ‘businessmodel’ van de smokkelaars te doorbreken. Het idee is dat de mensensmokkelaars de oorzaak zijn van de bootvluchtelinen en de doden op de Middellandse zee. En dat ze daar ook nog eens grof geld mee verdienen.
Dat is natuurlijk een sterk frame, want wie is er nu vóór mensensmokkel? Het smokkelen van mensen is in strijd met de mensenrechten, niemand zal betwisten dat daartegen moet worden opgetreden. En natuurlijk moet dus ook streng worden opgetreden tegen iedere organisatie die mensen Europa binnen smokkelt per boot. Je zou bijna vergeten dat het succes van het businessmodel van de smokkelaars vooral bestaat doordat de EU geen legale toegang biedt aan vluchtelingen tot Europa.Sussende werking
Er gaat een fijne sussende werking uit van dit soort politieke beeldvorming. Zo’n EU-Turkije deal, en hóp de toestroom naar Europa is onder controle. Smokkelaars zijn de kwade genius achter bootvluchtelingen, en hóp we gaan de smokkelaars straffer aanpakken. Maar ondertussen verschuift de Europe Realpolitik steeds wat verder op, we trekken ons steeds wat minder aan van internationale verplichtingen en mensenrechten. Zo kan het dus gebeuren, dat we Lybische patrouilleboten zien als rechtmatige uitvoerders van Europees grensbeleid. Dat we asielzoekers in internationale wateren terugsturen naar een onveilig Lybië. Dat we amper aan hervestiging van vluchtelingen doen uit Turkije. Dat we nauwelijks omkijken naar de situatie voor asielzoekers die vastzitten in Griekenland. En sinds vorige week dus dat een NGO die zich richt op de redding van mensenlevens in de Middellandse zee wordt vervolgd voor mensensmokkel.
Als Realpolitik onvermijdelijk is, laten we ons dan ook maar niet verschuilen achter schijnheilige frames en proberen onder ogen te zien wat deze politiek in de praktijk kost.