2 juni 2017 by Martijn Stronks
Teeven mikte altijd al op cliënten van rechtshulp met bezuinigen
NRC Recht en Onrecht – tekst op website NRC
Vorige week bevond Fred Teeven zich in het oog van een publieke storm vanwege enkele boude uitspraken. Waar komt nu die verontwaardiging vandaan, vraagt Martijn Stronks zich af in de Verblijfscolumn.
Mocht het u toch zijn ontgaan: Het begon allemaal met Henri Beunders, die in een serie artikelen over het strafrecht uit de mond van Teeven optekende dat bezuinigingen op de rechtsbijstand bedoeld waren als verstrenging van het strafrecht. ‘Toen heb ik me toegelegd op de bezuiniging op de advocatuur. Het is een andere manier om hetzelfde effect te bereiken. Als je aan een advocaat niet al te veel tijd geeft om aan een verdachte te besteden, dan wordt het ook niet zo veel, die verdediging’.
Verbijstering alom, advocaten op hun achterste poten, het ene na het andere stuk in de kranten. Teeven die vervolgens beweert dat de auteur zich niet aan de afspraken hield (niet dat hij het niet heeft gezegd!) en dat hij misschien wel een procedure start. De Groene en de Volkskrant die zich achter de auteur scharen. Een hele toestand dus. Maar wat is er nu eigenlijk zo opmerkelijk aan deze uitlating van Teeven?
Tijden van welvaart
Eerst maar eens terug naar de bezuinigingen die door Teeven werden ingevoerd in september 2013. Door de insteek van het artikel in de Groene en ook het verzoek van NRC om een reacties uit de strafrechtpraktijk, zou je haast vergeten dat de bezuinigingen niet alleen het strafrecht troffen. Ook bijvoorbeeld het familierecht, het bestuursrecht en het vreemdelingenrecht hadden te kampen met deze algemene bezuinigingsmaatregel voor de rechtsbijstand. Over de reden voor de bezuinigingen is de staatssecretaris in de ‘Nota van toelichting’ tamelijk ondubbelzinnig. Het in 1993 ingevoerde stelsel was het gevolg van onze toenemende economische welvaart, zo stelt de staatssecretaris daar. Onder dat gesternte ‘kon maximaal worden ingezet op het faciliteren van rechtzoekenden die hun juridische problemen door tussenkomst van een rechtsbijstandverlener wilden oplossen’, zoals dat heet in goed Haags proza. Vanaf de economische recessie van 2008 was alles anders en deed het belang van kostenafwegingen zijn intrede. Er werd namelijk in de crisis vaker een beroep gedaan op de rechtsbijstand, terwijl er in het algemeen minder overheidsgeld beschikbaar was. De rechtsbijstand moest dus ook minder gaan kosten.
Open deur
Men hoeft rechten noch economie te hebben gestudeerd om te begrijpen dat iedere bezuiniging op een stelsel van rechtsbijstand gevolgen heeft voor de toegang en de kwaliteit. Het is nogal wiedes dat kosten een belemmering vormen voor toegang. Een gratis voorziening is immers voor meer mensen makkelijker toegankelijk dan een voorziening waar de toegang 1000 euro is.
Als je dan de subsidie voor mensen met een laag inkomen afschaft, of sterk vermindert, zal dat vanzelfsprekend gevolgen hebben voor hun mogelijkheden op toegang. Én het zal de kwaliteit van de rechtsbijstand beïnvloeden. Advocaten die minder uren uitbetaald krijgen zullen geneigd zijn minder uren te werken. En tsja, in minder uur kan je inderdaad minder dan in meer uur. En dit heeft grote gevolgen gehad, ook in de praktijk van het vreemdelingenrecht waar advocaten zich vaak gedwongen zien om rechtsbijstandszaken te doen, zonder dat ze daarvoor een volledige vergoeding ontvangen. Zo wordt het voor asieladvocaten ondertussen steeds moeilijker om nog een rendabele praktijk te voeren. De bezuinigingen zijn dan ook van veel kanten bekritiseerd, onder meer door de Raad van State, de mogelijk toekomstige werkgever van Teeven.
Likje verf
Voor iedereen die enigszins op de hoogte is van de sociale advocatuur, is het evident dat de kwaliteit van de rechtsbijstand op de tocht staat door de bezuinigingsmaatregelen van Teeven. Waarom dan nu toch zoveel ophef? Ik ben bang dat dit te maken heeft met de benevelende werking van het neoliberale politieke jargon. Teeven verdedigde zijn bezuiniging destijds door te stellen dat mensen meer dan voorheen hun ‘eigen verantwoordelijkheid’ moeten nemen. Er zijn immers allerhande mogelijkheden om zelf problemen op te lossen of zelf juridische informatie in te winnen, zonder dat dit de staat geld kost. Een terugtredende overheid dus, meer over laten aan de markt, waar hebben we dát eerder gehoord?
En daar komt de neoliberale aap dan ook uit de mouw gekropen: het blijkt helemaal niet om kosten te gaan. Als alleen dat het punt was geweest had Teeven net zo goed de toegang tot de rechter kunnen verhogen voor diegene die meer te besteden hebben. Ik zeg maar wat, torenhoge griffiekosten als een bedrijf als PPG Akzo Nobel probeert over te nemen. Dat zou in deze tijden een fikse duit in de staatskas opleveren, vermoed ik.
Nee, het was van meet af aan duidelijk dat VVD-er Teeven andere doelen had, een harde aanpak van criminaliteit dus, en een streng vreemdelingenbeleid. Ondertussen is het gevolg van deze verontwaardiging dat iedereen weer weet dat de VVD heel ferm is, en dat het keurig op de centen let. Of zou de partij ons verrassen en in de formatieonderhandelingen voorstellen om de rechtsbijstand weer te gaan verstevigen, omdat de economie weer aantrekt?
De Verblijfscolumn wordt op regelmatige basis geschreven door Martijn Stronks in samenwerking met Verblijfblog, het blog van de sectie migratierecht van de Vrije Universiteit Amsterdam. Martijn Stronks is jurist en filosoof en is als universitair docent verbonden aan de VU. Twitter: @MartijnStronks