17 maart 2017 by Martijn Stronks
Mr. van de week: Martijn Stronks
Interview voor het magazine Mr. – tekst op website
Mr. van de week is Martijn Stronks. De universitair docent migratierecht aan de VU promoveerde op een proefschrift over het begrip ‘tijd’ in het migratierecht.
U stelt in uw proefschrift de vraag hoe lang iemand vreemdeling kan blijven. Wat is uw antwoord op die vraag?
Een vreemdeling is volgens de Nederlandse wet diegene die niet de Nederlandse nationaliteit bezit. Door een wetswijziging zal een vreemdeling binnenkort eerst zeven jaar rechtmatig verblijf moeten hebben voordat hij kan naturaliseren (dat is nu nog vijf jaar). Het eenvoudige antwoord is dus: in ieder geval zeven jaar.
En het moeilijke antwoord?
Sommige vreemdelingen zullen om uiteenlopende redenen niet in staat zijn om, of niet wensen te naturaliseren, in dat geval kan iemand dus een heel leven vreemdeling blijven. Punt is evenwel dat iemand na lang verblijven doorgaans geworteld raakt, door liefde, werk, kinderen, kennis van taal en cultuur etc. Zo kan het gebeuren dat wie juridisch vreemdeling is, in de praktijk eigenlijk niet meer te onderscheiden is van een Nederlander. Dan lopen recht en werkelijkheid dus niet langer in de maat.
Verandert er dan juridisch niets voor een vreemdeling die jaren verblijft?
In het algemeen geldt dat vreemdelingen na verloop van tijd sterkere verblijfsaanspraken krijgen. Na vijf jaar kunnen ze bijvoorbeeld een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd aanvragen die niet zo makkelijk meer valt in te trekken. Zo’n sterkere vergunning kan bijvoorbeeld nog wel worden ingetrokken als de vreemdeling strafrechtelijk over de schreef gaat. Naar mate hij langer verblijft is wel steeds een ernstig vergrijp nodig om de vergunning nog te kunnen intrekken.
Welke gevoelswaarde kent u toe aan het woord vreemdeling? Positief, negatief, neutraal?
‘Vreemd’ betekent afwijkend van het normale, curieus of merkwaardig volgens Van Dale. In het migratierecht is de nationale onderdaan het uitgangspunt, hij heeft een vrijwel onbeperkt verblijfsrecht. Het verblijf van de vreemdeling is daarentegen altijd voorwaardelijk. Zo bezien is de vreemdeling de anomalie, de afwijking van de basisregel. De Franse filosoof Jacques Derrida heeft er bovendien weleens op gewezen dat de Latijnse stam ‘hostis’ zowel ‘vreemdeling’ als ‘vijand’ betekent. Een negatieve betekenis, lijkt me zo
Als u het voor het zeggen had dan?
Dan zou ik om te beginnen meteen politieke peilingen verbieden, of in ieder geval deze niet toestaan in de drie maanden voorafgaand aan verkiezingen. En ik zou proberen aan het publiek duidelijk te maken dat recht niet alle problemen kan oplossen. Zo zullen we in het vreemdelingenrecht denk ik moeten accepteren dat de controle over binnenkomst, verblijf en uitzetting van vreemdelingen nooit sluitend is. Of we nu een restrictief of progressief beleid voeren, volledige controle hebben we nimmer. Dat publiekelijk toegeven vergt dezer dagen nogal wat moed, maar zou op de lange termijn misschien heel wat teleurstelling in de politiek kunnen voorkomen.
Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
Dat is vermoedelijk mijn promotie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam geweest, op 3 maart.
Wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Van mijn promotor Hemme Battjes heb ik erg veel opgestoken, maar ook Pieter Boeles is op veel gebieden een voorbeeld geweest.
Wat is over u niet bekend, wat wel interessant is?
Ik ben bang dat er over mij bij het grote publiek vrijwel niets bekend is. Maar in ieder geval zal vrijwel niemand weten dat ik eens toen ik een jaar of twaalf was, op een druilerige, koude winteravond, op een groot veld in mijn eentje, zonder dat iemand het zag 1021 keer heb hoog gehouden met een voetbal.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
Verblijfblog.nl, het blog waarop de sectie migratierecht van de VU actualiteiten in migratierecht voorziet van commentaar. Verder kijk ik met enige regelmaat op migratieweb.nl en de sites van het HvJ en EHRM.
Welk boek las u het laatst?
Ik ben nu halverwege en zeer gegrepen door ‘In de ban van de tegenstander’ van Hans Keilson. Een verhaal over een jongen die zo gefascineerd raakt door zijn vijand, dat hij zijn eigen leven niet meer zonder hem kan denken. Het is erg knap geschreven, het verhaal speelt in een onbepaald land, waarin de gemeenschap van de jongen wordt bedreigd met vernietiging. De verwijzingen naar de jaren dertig zijn evident, maar doordat de vijand wordt aangeduid met ‘B’ kan de lezer zijn gedachten de vrije loop laten. Mag ik iedereen van harte aanmoedigen dit boek te lezen?
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Met mijn vrouw, Kartica van der Zon.