19 februari 2017 by Martijn Stronks
De politiek is steeds strenger voor falende inburgeraars
Recht en Onrecht, NRC – tekst op website NRC
Steeds meer politieke partijen zijn voor een streng integratiebeleid. Verschillen gaan vooral over de rol van de overheid bij inburgering, maar vrijwel alle partijen lijken steeds meer een bestraffende aanpak te kiezen, zo betoogt Martijn Stronks in zijn Verblijfscolumn.
Al sinds de Wet Inburgering Nieuwkomers in 1998 inwerking trad, worden er aan vreemdelingen die zich in Nederland willen vestigen inburgeringseisen gesteld. Sindsdien is er een heel palet aan maatregelen bedacht rondom de integratie van vreemdelingen. Grofweg worden deze eisen gesteld op drie momenten: bij de aanvraag in het buitenland voor gezinshereniging, wanneer een vreemdeling langer in Nederland wil verblijven, en wanneer de vreemdeling Nederlander wil worden. Het slagen voor het inburgeringsexamen is een vereiste om een visum te krijgen bij gezinshereniging, om een permanente verblijfsvergunning te krijgen en om Nederlander te worden. In de laatste jaren is zo steeds meer de nadruk komen te liggen op inburgering als voorwaarde voor sterkere verblijfsaanspraken.
Hoewel er tegenwoordig geen politieke partij meer is die aan dit uitgangspunt wil morrelen, bestond er lange tijd een andere visie op de relatie tussen verblijfsaanspraken en integratie. Lang meende men dat sterke verblijfsaanspraken een middel waren voor een goede integratie. Met andere woorden, dat een vreemdeling die zekerheid heeft over zijn verblijfsrecht beter zal integreren.
Dit verschil tussen integratie als voorwaarde voor een vergunning en integratie als middel voor verblijfsrecht is terug te voeren op een fundamenteel verschillend politiek beeld over de verhouding tussen mens en overheid. Moet de vreemdeling vooral worden geholpen en ondersteund door de overheid in zijn integratie, of is het eerst en vooral zijn eigen verantwoordelijkheid? Een klassieke politiek controverse tussen een actieve en een terugdeinzende overheid of een behulpzame en een bestraffende.
Er mag dan geen partij meer zijn die alle verplichtende aspecten van integratie voor vreemdelingen wil afschaffen, toch valt langs deze lijnen nogal altijd een onderscheid te maken tussen partijen. Zo blijkt uit een onderzoek van Verblijfblog dat partijen als VVD en PvdA menen dat de vreemdelingen zelf de kosten voor hun inburgering moeten betalen, eventueel via een sociaal leenstelsel. De PVV had dit ook in eerdere verkiezingsprogramma’s staan, en vermoed mag worden dat ze daar inmiddels niet anders over zijn gaan denken. PvdA meent dat dit niet voor vluchtelingen zou moeten gelden. GroenLinks en SP pleiten daarentegen dat inburgering gratis moet zijn. Er zijn vergelijkbare verschillen tussen partijen bij de vraag of de inburgeringscursussen moeten worden aangeboden door de overheid of dat het de voorbereiding op het examen de eigen verantwoordelijkheid is van de vreemdeling.
Opvallend is bovendien dat steeds meer partijen strenge gevolgen willen verbinden aan het niet-slagen voor inburgeringstoetsen. VVD is het duidelijkst: niet slagen voor inburgering betekent dat het verblijfsrecht kan worden verloren, en het onmogelijk is om een sterkere verblijfsvergunning of het Nederlanderschap aan te vragen. CDA en D66 zijn minder stellig, maar vinden dat in het uiterst geval verlies van het verblijfsrecht mogelijk moet zijn. Dat is zeker voor D66 opvallend, omdat die partij in 2012 deze mogelijkheid nog expliciet uitsloot. Het opleggen van boetes wordt veel breder gedeeld. Partijen als VVD, CDA, SP, GroenLinks en de Partij voor de Dieren hebben de afgelopen jaren gepleit voor boetes of zelfs korting op de bijstand (VVD).
Nog altijd is er een duidelijk verschil tussen politieke partijen over de rol van de overheid bij de integratie van vreemdelingen. Partijen als SP en GroenLinks pleiten voor een behulpzame overheid voor de integratie, terwijl partijen als PVV, VVD, CDA en PvdA (in meer of mindere mate) de nadruk vooral bij de eigen verantwoordelijkheid van de vreemdeling leggen. Maar als het gaat om de gevolgen van het niet halen van inburgeringsexamens dan lijkt het dat partijen van links tot rechts steeds meer te neigen naar een bestraffende rol van de overheid.
De Verblijfscolumn wordt op regelmatige basis geschreven door Martijn Stronks in samenwerking met Verblijfblog.nl, het blog van de sectie migratierecht van de Vrije Universiteit Amsterdam. Martijn Stronks is jurist en filosoof en is als universitair docent verbonden aan de VU.