Moet overzees Nederland bootvluchtelingen beschermen?

NRC Recht en Onrecht – tekst op website NRC
Steeds meer bootvluchtelingen uit Venezuela proberen Aruba, Bonaire en Curaçao te bereiken. Is er wel vluchtelingenbescherming binnen het gehele Nederlandse Koninkrijk, vraag Martijn Stronks zich af in de Verblijfscolumn.

Niet alleen in de Middellandse Zee, maar ook aan de Nederlandse grens komen tegenwoordig bootvluchtelingen aan. Op 11 januari berichtte NRC dat tenminste vier vluchtelingen waren verdronken in een poging het Nederlands grondgebied te bereiken. Het ging niet om vluchtelingen die vanuit Turkije of Noord-Afrika probeerden Europa te bereiken, maar om mensen die uit Venezuela vluchtten naar Aruba, Bonaire of Curaçao.

Meer vluchtelingen
De afgelopen jaren is het aantal mensen dat probeert vanuit Venezuela de ABC-eilanden te bereiken toegenomen. Vanwege de crisis in het land proberen mensen om politieke of economische redenen in buurlanden hun heil te zoeken. De eilanden liggen slechts enkele tientallen kilometers van de Venezolaanse grens en mensen wagen in gammele bootjes de oversteek.

De precieze aantallen zijn onbekend, maar er is duidelijk sprake van een toename. Volgens NRC werden er in 2016 in totaal 60 Venezolaanse bootvluchtelingen onderschept, terwijl dat er in de eerste drie maanden van 2017 al 74 zouden zijn geweest.  Het persbureau van Curaçao meldde afgelopen december dat 70 vluchtelingen zich officieel hadden aangemeld, maar dat het werkelijke aantal vluchtelingen op het eiland vele malen hoger lag. Eind 2017 maakte het Rode Kruis op Curaçao plek vrij voor wel 500 Venezolaanse vluchtelingen, met het oog op een groeiende toestroom vanuit Venezuela. Ook andere bronnen zoals de NOS en Trouw signaleren de dreiging van een heuse migratiecrisis, waarbij de aantallen vluchtelingen variëren. Evelyn Wever-Croes, thans premier van Aruba, heeft het in dit filmpje zelfs over “duizenden Venezolaanse vluchtelingen”.

Verdrag geldt niet
De vluchtelingenbescherming op de eilanden is op het eerste gezicht wat onduidelijk. Aruba, Curaçao en Sint-Maarten zijn geen partij bij het Vluchtelingenverdrag en ze hebben zelf geen aparte regels voor vluchtelingen. Verwarrend genoeg is Aruba – net als de gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba – wel partij bij het Protocol bij het Vluchtelingenverdrag. Dat mag misschien klinken als een soort afgezwakte vorm van het Verdrag, maar het betekent gewoonweg dat het land op basis van dat protocol ook bescherming conform het Vluchtelingenverdrag biedt. Dus feitelijk geldt alleen op Sint-Maarten en Curaçao het Vluchtelingenverdrag niet.

Niet onze zaak?
Van de drie nabij Venezuela gelegen eilanden zijn er dus twee (Aruba en Bonaire) gebonden aan het Vluchtelingenverdrag. Toch is het de vraag of er een functionerende asielbescherming is op de eilanden. Er zijn immers geen speciale nationale regels en procedures voor asielaanvragen. Op Curaçao lopen asielaanvragen momenteel via het Rode Kruis en de UNHCR. Wanneer de aanvrager via die weg een vluchtelingenstatus krijgt, wordt samen met de IOM gezocht naar een onderkomen buiten Curaçao.

In april 2017 werden er in Nederland Kamervragen gesteld over de toestroom van Venezolaanse vluchtelingen. Toenmalig minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) reageerde destijds tamelijk laconiek, het ging immers om geringe aantallen en bovendien betrof het een nationale kwestie van de respectievelijke eilanden. Inmiddels lijkt het om steeds meer vluchtelingen te gaan. Bovendien is het maar de vraag of het een kwestie is van de eilanden zelf. Dat geldt in ieder geval niet voor de Nederlandse gemeente Bonaire, maar het is überhaupt de vraag of Nederland hier zijn handen zomaar van af wil trekken. Uiteindelijk hebben onderdanen van de eilanden vrij toegang tot Nederland (zie hierover ons eerdere Verblijfblog), zodra ze de nationaliteit van een van de landen verkrijgen. Het toelatingsbeleid van de eilanden staat dus niet los van het Nederlandse migratiebeleid.

En is er bovendien niet een op zich zelfstaand belang om vluchtelingenbescherming te bieden, zeker als men zich daartoe internationaal heeft verplicht? Er was een tijd dat dit als een retorische vraag kon worden opgevat. Tegenwoordig lijken we de retorica vooral te gebruiken om onze verantwoordelijkheid voor die bescherming te ontlopen.

Voor deze Verblijfscolumn maakte ik gebruik van een blog geschreven door Dora Brouwer en Hemme Battjes dat volgende week op Verblijfblog zal verschijnen.